woensdag 23 april 2014

Jan Schiermeier



 

Jan Schiermeier Het leven naar Eden  

















Volg jan Schiermeir in zijn reis naar Eden.

Jan Schiermeier ( Vught, 5 januari 1944, publicist, tuinman, natuurliefhebber, autodidact schilder van het consensisme)

Indeling: 
1      Levensloop
1.1   Tuinman
1.2   Kernfusieonderzoek
1.3   Kunstmaanwaarnemingen
1.4   Zanger
1.5   Russische ruimtevaart
1.6   Artsen bezoeker
1.7   Moermantherapie
1.8   Fotografie en filmen
1.9   Volkswagen/Kever
1.10        Publicist
1.11        Kunstschilder
2       Publicaties
3       Exposities
4       Externe links
5       Bijlage

5.5.1       De open brief

5.5.2       Boeren bruiloft in Twente

5.5.3       Van burger naar soldaat

5.5.4       De volkswagen beurs

5.5.5       Wat is de ziekte van Parkinson



 

1. Levensloop

Ik Jan Schiermeier ben geboren in Vught 1944, en groeide op in de Bilt in een middenklasse gezin. Tijdens mijn jeugd was ik een druk kind. Ik hield mij graag bezig met allerlei dingen zoals: timmeren, en tuinieren, maar ook maakte ik graag rakketen van hout. Ik vulde deze met aether die ik had gekocht bij Woortman in Utrecht. Die destijds chemische producten verkocht. Met een kaars ontstak ik de raket. Helaas gingen ze vaak niet ver omhoog, waardoor er een vuurzee ontstond door de brandende aether. Verder stookte ik ook graag vuurtjes, en in mijn schuur deed ik graag chemische proefjes, met glazen die ik bij Adriaan van der kuip kocht aan de oude gracht in Utrecht.

Zoals elk kind moest ik tijdens mijn jeugd naar school, en ondanks dat ik er geen grote passie voor had heb ik toch nog veel geleerd. Mijn eerste school was de kleuterschool, en daarna volgde Groen van pinksterschool hier had ik de leraren: meester Haring, hoofonderwijzer meester Looman, juffrouw Burggraaf, en mijn meest favoriete leraar meester Simons bij genaamd ''oliebol''. Ook heb ik maar korte tijd op de middelbare school in Bilthoven gezeten, dit vanwege omstandigheden met een leraar die mij had geslagen. Ik werd overgeplaatst naar de Dom-Mulo school. Dit was een jongensschool, en mijn klasgenoten en ik hebben daar veel gespijbeld. We gingen dan met een aantal klasgenoten naar de pyramide van Austerlits en racete daar op de fiets over holletjes met grote snelheid over holletjes. Zelf ben ik de halve provincie Utrecht doorgefietst. Op school kregen wij Frans, en dit bleek niet mijn sterkste vak te zijn, want ik haalde er altijd een 5 voor.  Voor het eindexamen zei ik tegen de leraar Frans de heer van de Kamp dat ik de komende 14 dagen niet op school zou komen om mij goed voor te bereiden op het examen Frans. En jawel hoor, ik slaagde met een 6 voor Frans. want Schiermeiers moesten studeren, maar ik had helemaal geen zin om te studeren, dus telde ik bij de neven en nichten niet mee. Op een verjaardag bestond je niet, ze negeerden je of plaatsten een ''fijne opmerking''. Ondanks die belevenis behaalde ik mijn MULO-A diploma. Hier na volgde nog een poging voor een MULO-B diploma in wiskunde. Dit was een avondopleiding, ik ben hiervoor niet geslaagd. Toen ben ik maar de opleiding voor elektromonteur gaan volgen. Ik ben er 1 avond geweest, maar dit beviel mij niet, dus ging ik toen maar elke avond in plaats van naar de les, naar de Cineac een doorlopende film kijken in Utrecht. Ik heb toen uiteindelijk het examen moeten doen, en ik ben toen geslaagd voor het eerste deel. Na de Domplein school, verder heb ik ook nog gestudeerd aan de UTS afdeling elektra aan de Grebbelaan in Utrecht. Eenmaal klaar met de UTS vond ik het wel mooi geweest, ik ging toen bij Lamereris werken {groothandel medisch apparatuur}. Tijdens de winter van 1952 toen ik nog klein was ging ik met mijn moeder op het ijs van het Boetselaar park in de Bilt. Mijn moeder viel achterover op het ijs en kreeg een hersenschudding. Zij moest een aantal weken in bed blijven. Zij heeft al die tijd bij tante Bregt in een kamertje boven gelegen. Dit was in de Keukenstraat. Mijn vader en ik sliepen daar ook. De enigste WC was boven, het was nog een droogcloset. Iedere zaterdag avond moest ik in bad in een teil voor de kachel. Ik riep dan vaak ‘’Niet kijken!’’.

Ome Elbert haar man ging iedere vrijdag avond een maatje genever kopen in een café.

In 1985, verhuisden we van de Bilt naar Soest. En daar hebben wij onze eerste nieuwbouw woning gekocht. Maar hier hebben wij kort tijdig gewoond omdat wij graag meer ruimte wouden hebben. Onze grote wens was om een boerderij te kopen. Maar aangezien de boerderijen in die tijd zeer prijzig waren. Waren wij van plan om naar het oosten te verhuizen. Plotseling werd ik overgeplaatst van de vliegbasis Soesterberg naar de vliegbasis Twente. In Weerselo vonden wij een boerderij en daar hebben wij toen 15 jaar gewoond. Met de gedachte dat we gingen leven van het land {boek}. Dit kwam in grote gedeelten uit. We hadden 2 grote diepvriezers, vol met sperziebonen, snijbonen, aardbeien uit eigen tuin. We hadden een grote moestuin van ruim 700m2.
Ook hebben we een keer 5 varkens vet gemest. We hebben ze bij de buurman Jan Lansing gekocht. In een schuur waren hokken, ik had er een buiten ren aan gemaakt en ze gingen 1 maal per dag naar buiten. Ze woelden de hele grasmat om en genoten er zichtbaar van. De buren zeiden: ‘’Je moet ze niet naar buiten doen, dan worden ze minder snel op gewicht.’’ Wij lieten ze gewoon lekker naar buiten gaan. En toen ze op gewicht waren {ongeveer 120kg}. Kon slager Lotgering Bruinenberg ze nog niet hebben voor de slacht, omdat er rond dat moment te veel beesten werden aangeboden.
Toen we de eerste schnitzels proefden hadden een vreemde smaak, ze waren immers volledig biologisch opgefokt. Na de eerste fok zijn we maar gestopt met het opfokken van varkens. Het was ook lastig omdat er geen stromend water in de schuur was en als wij er niet waren de buren ze water moesten geven. De varkens hebben een goed leven gehad, ze werden prima verzorgd en hadden de ruimte om te bewegen.
Linda kreeg van ons een pony genaamd Mindie. Ik liet een paarden bak maken van elektriciteit palen van een bovengronds net van de YC Ijssel centrale. We gingen met Linda naar verschillende wedstrijden met een paarden trailer achter de golf. Soms zaten er 2 paarden in, dat van een vriendinnetje van Wesselink. Met de golf ervoor was het een heel avontuur, het geheel woog natuurlijk veel te veel achter een golfje. Toen ik matrozen kreeg zijn we van Weerselo naar Nijverdal verhuist omdat we daar een kavel met redelijk veel grond waarop wij een huis konden bouwen wat aan onze eisen voldeed. Want wij vonden dat de huizen te veel op elkaar stonden en wij wilden er graag wat ruimte tussen hebben.

Toen we nog in Weerselo woonden zijn we een keer naar Varseveld gereden, daar woonde neef Co en zijn vrouw Bep in een boerderij. Co was in de tweede wereld oorlog gevangen genomen in Indonesië, en heeft toen in een Jappenkamp gezeten. Toen we aan kwamen schrokken we, het was een haveloze boel en er hingen lappen voor de ramen. Dit was dan het optrekje van een ingenieur, directeur van de PGEM {Provinciale Gelderse Elektriciteit Maatschappij}. In de kapschuur stonden er toren hoge stapels kranten, en een berg van oude toiletten, maar ook vele stapels bananendozen. Want volgens neef Co moest alles bewaard blijven. Binnen was het een puinhoop, de vloerbedekking bestond uit biezen tegels die los lagen en er was een muur weg gehaald waarvan de resten die net boven de grond zaten uit staken. De stoelen waren versleten. Je kreeg soms een veer in je achterwerk.

De ontvangst was aller hartelijkst. Vanaf toen kwamen we een paar keer bij elkaar op bezoek. Dat was altijd zeer aangenaam. Co bewonderde onze inzet voor kankerpatiënten dit had hij niet gedacht van zo’n verlegen jongentje. Op een gegeven moment kreeg Co de gouverneur van Java op bezoek. Aangezien de boerderij geen fatsoenlijke badkamer had moest er binnen 14 dagen een badkamer gemaakt worden.

Één van de vakanties die mij altijd is bijgebleven was dat we naar Huis ter Duin geweest waren en uiteindelijk bij een 5 sterren hotel uitkwamen. Met ons rode Volkswagen busje kwamen we aan bij de hoofdingang waar een Turkse portier met een lange nette jas ons niet binnen wilde laten, omdat wij er te armoedig uitzagen voor dit hotel. Uiteindelijk heeft deze livrijer onder een schrobering van de receptie met een gouden karretje morrend onze bagage naar onze kamer gebracht, ik heb hem toen toch maar een fooi gegeven. Tijdens ons verblijf leerde een ontbijt medewerkster Joyce ons al goed kennen. Ellen haar koffie en ik mijn thee, ook mijn fruithapje bracht ze trouw, ze wist het nog precies. Dat vond ik wel knap als je vele duizenden gasten per jaar ontmoette. Twee dames in de lift zeiden dat ze via een aanbieding daar logeerden, wij beaamden dit. Normaal koste een kamer zonder ontbijt 290 gulden {145 euro}, het ontbijt was 25 gulden{12.5 euro}. Wij zaten er voor een zacht prijsje inclusief ontbijt. Iedere avond om half 10 kwam er een kamermeisje het bed openslaan en ze legde er twee chocolaatjes neer.

 

 Mijn vader was opgeklommen van jongste bediende bij een handel in bouwmaterialen (Pol Vink & Co te Utrecht) tot procuratiehouder. De laatste jaren voor zijn pensioen werkte hij bij de  Steenkolen Handels Vereniging (SHV) in Utrecht onder Paul Fentener van Vlissingen die bestuursvoorzitter was. Mijn vader werkte bij Pol Vink & Co met de volgende heren: Directeur dhr. Stuy Sr, hr Havekes boekhouder, vertegenwoordigers hr van Straten, hr Wildschut, en de magazijn meester hr Appelman, en Baltes. 

 

 De grootste hobby van mijn moeder was zingen. Een  groot gedeelte van haar leven zong ze in het dameskoor Euterpe in Utrecht met haar oom Hendrik Alting als dirigent. Daarnaast was hij dirigent van het mannenkoor Euterpe, Het Zeister mannenkoor en het Utrechts Stedelijk Orkest (USO). Bovendien was hij werkzaam als componist en pedagoog Het was gewoonte dat het dames- en mannenkoor Euterpe één keer per jaar een uitvoering op kasteel De Haar in Haarzuylens voor de baron en barones van Zuylen van Nyevelt gaf. De baron en zijn vrouw genoten daar altijd zichtbaar van. Mijn moeder volgde tot op hoge leeftijd nog zanglessen. Solo’s zingen was haar passie.

Haar lievelingsnummers waren Pie Jesu (tegenwoordig o.a. gezongen door Sarah Brightman en Jackie Evancho) en Panis Angelicus (tegenwoordig vertolkt door Chloe Agnew en Il Divo).


Mijn moeder kreeg op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer. Zij werd opgenomen in particulier verpleeghuis in Driebergen. Tijdens de rondleiding aldaar kwamen we in een zaaltje waar  zes mensen lagen en die alleen nog wachtte op de laatste adem die ze uit zouden blazen. Het waren moeilijke maanden voor haar. Ze snapte niet waarom ze daar was. Op een gegeven moment vroeg ze: ‘’Jochie wanneer ben je dan getrouwd, had mij dat gezegd, dan had ik ook gekomen.’’ En ze schaterde van het lachen. Later kreeg ze een urineweg infectie door een katheter. En dit werd haar dood. Ellen en ik waren aanwezig toen ze ons ging verlaten. Voordat ze haar laatste adem uitblies opende ze even haar ogen en keek ze ons aan. Toen ging ze naar haar vader en zo was het goed.

 

Na de oorlog moesten mensen die vrije woonruimte hadden beschikbaar moesten stellen aan anderen. Bij ons kwamen toen de familie Wolsing inwonen. We noemden ze oom Jan, en tante Jannie. Tante Jannie kon geen helaas geen kinderen krijgen, na de oorlog in 1945 gingen tante Jannie, en oom Jan naar Zuid-Afrika om daar te emigreren, want volgens bronnen destijds moest dat het Walhalla zijn. Het werd een totale mislukking, het werk waar oom Jan voor ging was instrumentenmaker, maar daar was geen werk in te vinden. Dus ze keerden terug naar Nederland. Oom Jan kon gelukkig hier wel als instrumentenmaker aan de gang, en werkte bij de RIMI de Kromhout Kazerne in Utrecht. De mensen noemde het ook wel:’’Rust is mijn ideaal, Rot is mijn indruk, Rijks instituut militaire instrumenten, Rijks instituut mislukte ingenieurs.’’ Maar oom Jan was een zeer ijverig persoon en de andere ambtenaren liepen er de kantjes van af. Het gevolg hiervan was dat oom Jan werd ontslagen. Hij kreeg toen wachtgeld, en kwam toen terecht bij ons aan de waterweg in de Bilt. Hij solliciteerde vervolgens voor koster in Doorn, en werd aangenomen. De kerk verkeerde op dat moment in een slechte financiële positie, maar de ijverige oom Jan ging zowel op de fiets als de bromfiets, alle leden af voor een financiële bijdrage. Dit ging wonder boven wonder zeer goed. En de kerk ging er met voorspoed op voorruit. Oom Jan, en tante Jannie kochten hun eerste huis in de stenen kamer in de Bilt. Ze gingen daarna naar Doorn als koster van de Nederlandse- hervormde kerk. Ze kochten wel een stuk of 6 huisjes, en gingen die verhuren. Één huis hebben ze later voor een lagere prijs aan een echtpaar verkocht. Omdat tante Jannie zei dat ze er zelf niet minder van werden. Later hebben ze alle huizen verkocht. Tot na het overlijden van mijn vader en moeder kwam zij trouw iedere zaterdagavond bij mijn moeder op bezoek, tot haar overlijden. Later werden wij mantelzorgers van ome Jan.   

 



Ik bezocht de MULO en de UTS afdeling Electro. Maar mijn interesse ging uit naar de medische wereld. Ik heb in 1963 en 1964 bij de landelijk bekende Firma Laméris, leverancier van medische en technische apparatuur, in Utrecht gewerkt op de verkoopafdeling van microscopen en apparatuur om “dunschliffe” van steenachtige materialen te maken en apparatuur voor het materiegrafisch prepareren , mechanisch of elektrolytisch van vaste materialen.


In 1967 ben ik getrouwd met Ellen (Engeltje). We zijn van het vroegere Niewegijm getrouwd in het gemeentehuis en de kerk in Jutphaas. En de receptie vond plaats in het kasteel Rijnhuizen. Ook hadden we een diner in de poort van Kleef te Utrecht. En de mooiste herinnering wat mij die dag bijbleef, was na het trouwen met mijn vrouw natuurlijk, dat ik een luchtpistool had meegenomen naar de bruiloft. Wij kregen op 16 september 1968 onze eerste dochter genaamd Linda en op 24 september 1969 werd onze zoon Jan Paul geboren. Na de geboorte van Linda verhuisden we naar Soest. Ik werkte in Soesterberg op de afdeling meteorologie van de vliegbasis, in 1982 werd ik overgeplaatst naar Twente en we verhuisden naar een boerderij in Weerselo. In 1985 verliet ik de militaire dienst.

1.1 Tuinman

Van kinds af aan heb ik al plezier gehad om in de tuin te werken. Ik bracht mijn jeugd door in De Bilt, alwaar mijn ouders een grote tuin hadden. Het werk en het in de buitenlucht zijn gaf en geeft mij nog steeds veel voldoening. De tuin van mijn ‘postzegel landgoed’ de “Wilhelminaborgh” in Nijverdal waar ik toen woonde was ca. 2700m2.  In deze tuin schep ik ecologische voorwaarden waarin de voornamelijk inheemse flora en fauna zich kunnen ontwikkelen. Bij het ecologisch tuinieren wordt geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, deze middelen doden het bodemleven. Er worden organische meststoffen gebruikt en het tuinafval wordt volledig gecomposteerd. Bovendien vindt er voor het winterseizoen geen schoonmaakbeurt van de tuin plaats, oude plantendelen kunnen als bescherming dienen voor andere gewassen en bevriezing, of als nestelplaats voor allerlei insecten en ander bodemleven. Vogels vinden ook in deze moeilijke maanden dan een bron aan voedsel, door de aanwezige zaden. Een opgewaaide berg bladeren tegen een warme muur van het huis of schuur is een ideale plek voor een egel in winterslaap. Uitgebloeide vaste planten hebben zaden voor kleine zangvogels als groenlingen, vinken, koolmezen en putters. De inlandse bomen en struiken leveren s’zomers vruchten en zaden, waar de vogels niet buiten kunnen. De overvloedige aanwezigheid van inheems groen zorgt voor een rijk insecten aanbod, er zijn in Nederland wel 20.000 insectensoorten. In de tuin zijn veel vogels, kikkers, padden, een eekhoorn- en egel echtpaar. Bij een inheemse flora krijg je een inheemse fauna.  Veel vlinders nestelen zich in de tuin. Het hele seizoen is er een overvloed aan nectar in de tuin aanwezig. Door de aanwezigheid van veel hosta’s is er een uitgebreide slakkenpopulatie, wat weer zorgt voor veel merels in de tuin.

In gestapelde muurtjes van gebroken tegels, boomstammetjes, dakpannen of puin kunnen duizenden insecten ’s winters het gehele jaar wonen. Het is dan een wirwar van pissebedden in de zomer en salamanders hebben er een droge plek in de winter. Op en in houtrillen van gestapeld hout groeien paddenstoelen, mossen en varens. In takkenbossen nestelen zich ’s winters het roodborstje en winterkoninkje. Dood hout leeft! Padden en andere amfibieën hebben een poel nodig om te paren en hun eieren in af te zetten. Er is een poel op het diepste punt van de tuin. Zorg bij het aanleggen van een poel of vijver altijd voor een gedeelte waar een flauwe oever is, gelegen op het noorden. Hier kunnen de vogels en andere dieren drinken en de kikkers kunnen er heerlijk recreëren en hun eieren afzetten.

 



Nu de overheid zich terug heeft getrokken bij het aanleggen van nieuwe natuur en dus het voltooien van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) in gevaar komt moeten de provincie, de gemeenten en particulieren deze taak over nemen. Het uitstel van de EHS kan ook nuttig zijn, je laat na wat je eigenlijk had moeten of willen doen, maar het kan positieve effecten hebben door het geheel eens tegen het licht te houden. De EHS moet nu in afgeslankte vorm in 2021 gereed zijn{maar dit is niet gehaald}. Als je zelf een  natuurplan ontwikkelt en uitvoert, geeft dit  ook veel meer bevrediging dan door de overheid opgelegde plannen. Door het zelf te doen beleeft men de dingen veel beter en is men er veel meer persoonlijk bij betrokken. Investeren in natuur levert geen financieel rendement op, echter wel een natuurrendement. Dus een mooiere, groenere omgeving voor jezelf en voor je kinderen. Door het zelf te doen voel je er meer mee verbonden. Veel agrariërs voelen echter niets voor natuurontwikkeling op hun land, dit is volgens hen inkomstenderving. Vele agrariërs wachten op het moment om clandestien een prachtige solitaire boom midden in een weiland of maïsveld om te hakken of om een houtwal te verwijderen, dat is jammer, zo verdwijnen er in de loop der jaren een heleboel karakteristieke landschapselementen, waar we allemaal van kunnen genieten. De provincies en gemeenten zouden dan ook veel welwillender moeten staan bij het ontwikkelen van bossen en nieuwe landgoederen, bij de stads- en dorpsranden, waardoor er meer recreatienatuur ontstaat vlak bij de dorpen of steden. In deze bossen kan men zich terug trekken,  luisteren naar de stilte van het bos, zich bezinnen en weer opgeladen  terug keren naar de maatschappij. De rust die daar heerst is een verfrissing voor lichaam en geest. Bovendien zal het zo zijn: wie de natuur goed kent, zal haar waarderen en waarnodig beschermen. Tevens verdient het aanbeveling om bij nieuwbouwwijken bij dorpen en steden vijvers aan te leggen, waarin het regenwater van de wegen en huizen retentie kan krijgen. In deze vijvers kunnen veel dieren en planten, ook soms zeldzame, voorkomen. Tegenwoordig wordt bijna alles ondergeschikt gemaakt aan de economische groei, waarbij er vaak conflicten ontstaan als er bijvoorbeeld zeldzame planten of beesten worden waargenomen, of denkt waargenomen te zijn, tussen de overheid en natuur organisaties. Het zou verstandiger zijn om naar een nieuwe ecologisch georiënteerde economie, die met de natuur samenwerkt, in plaats ertegen in te gaan. Zowel de overheid als de natuur organisaties zouden water bij de wijn moeten doen om zo hun doelen te verwezenlijken. Het stil leggen van bouwprojecten zou dan minder vaak of helemaal niet meer voorkomen en de economische schade zou tot een minimum beperkt worden. Wij zijn bevoorrecht dat we moeder aarde mogen bewonen. Zij geeft ons voedsel, water en alles wat we nodig hebben.
Veel gemeenten zien de noodzaak in van natuurbehoud. Met {Tijdelijke} natuurgebieden, vlindertuinen, paddenstoelen en nestkasten, en bosaanplant proberen ze de omgeving iets groener te maken en diervriendelijker. Ook braakliggende industrieterreinen komen hiervoor in aanmerking, als er de eerste jaren geen uitzicht is op verhuur. Een vergunning tijdelijke natuur zorgt ervoor dat de gemeente niet in de problemen komt met de flora en fauna. Als het {industrie} terrein eventueel na enkele jaren wordt uitgegeven mogen de beschermende dieren en planten worden verplaatst naar een ander geschikt leefgebied. Biodiversiteitbevorderende maatregelen versterken bovenden de natuur van het omliggende gebied. Zo kan een ingezaaid bloemenmengsel insecten aantrekken, een berg stenen kunnen hagedissen bergen en vogels kunnen een stille plek vinden om te broeden.

Ik ben nauw betrokken bij mijn eigen leefomgeving en geniet volop van mijn eigen ontwikkelde natuur. Ik ben een fervent liefhebber van deze natuur, die zich zelf niet verdedigen kan.  Ik zal daar in alle redelijkheid altijd voor opkomen. Ik heb niet de illusie dat ik door mijn standpunt enige maatschappelijke invloed heb. Ik kan niet door één deur met milieu fanaten of extreme organisaties die met hun acties grote economische schade berokkenen.  Op zondag morgen, als er nog geen autoverkeer is, heerst er bijna een sacrale stilte in de tuin. Ik vindt het dan heerlijk om van de stilte te kunnen genieten en alleen te kunnen zijn met een eindeloze ruimte om je heen. Ik voel dat ik in het avond land ben aangekomen, maar ik hoop nog vele mooie zonsondergangen mee te mogen maken.

1.2 Kernfusie onderzoek

De schoonouders van mij woonden in het koetshuis van kasteel Rijnhuizen in het toenmalige Jutphaas, thans Nieuwegein. Op dit landgoed is het FOM- Instituut voor plasmafysica gevestigd, thans Differ, Dutch Instituut For Fundamental Energy Research, alwaar men in 1959 is gestart met onderzoek naar fusie energie. Het uiteindelijke doel is de bouw van fusiecentrales, die schone, veilige en duurzame energie produceren uit zwaar water, dezelfde energiebron als de zon gebruikt. In een fusiecentrale verhitten microgolfbundels een heet geladen gas(plasma) van de waterstofkernen deuterium en tritium tot 150 miljoen graden. Hierdoor botsen de atoomkernen zo hard, dat ze kunnen samensmelten. Bij deze fusiereactie komt energie vrij in de vorm van hitte en neutronen. Zeer sterke magneten houden het plasma in een ringvormig vat (torus) bijeen en zorgen dat het niet teveel warmte kwijtraakt door contact met de wand.  De neutronen worden opgevangen in een mantel rond de torus, waarin ze hun energie afstaan aan een koelvloeistof, die de warmte afvoert. Met deze warmte wordt in een toekomstige fusie-elektriciteitscentrale stoom gemaakt, waarmee een stoomturbine wordt aangedreven. Deze stoomturbine genereert elektriciteit wat aan het elektriciteitsnet wordt afgegeven.  Het programma van Rijnhuizen maakt deel uit van het wereldwijd toonaangevende Europese fusieonderzoek. Dat is leidend in de wereldwijde samenwerking aan de experimentele fusiecentrale ITER, the way to new energy, die in het Zuid-Franse Cadarache wordt gebouwd. Met de bouw van deze experimentele proefreactor, waarvan de bouw in 2010 is gestart, zal minimaal 10 jaar gemoeid zijn. Met deze DEMO reactor zal hopelijk ongeveer 40 jaar na de bouw van deze reactor de weg geopend worden naar de bouw van de eerste commerciële fusiecentrales. Het hele studie-onderzoeks-bouwtraject heeft dan zo’n 100 jaar in beslag genomen. Rijnhuizen telt zo’n 150 medewerkers, waarvan zo’n 40 wetenschappelijke stafleden zo’n 20 promovendi en 25 buitenlandse gasten. Rijnhuizen ontvangt jaarlijks zo’n twaalf miljoen Euro, van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het ministerie van onderwijs. Ik was zeer geïnteresseerd in deze materie en had regelmatig contact met prof.dr. Luuk Ornstein (werkgroepleider), zoon van de bekende Nederlandse fysicus Leonardus Ornstein.  Ook Jan Terlouw, fysicus, later auteur, minister en commissaris van de koningin in Gelderland, heeft op Rijnhuizen zo’n acht jaar onderzoek verricht. Tot de eerste “fusiepioniers” behoorden ook de fysici Schrader, Hugenholts en Schram. De kunstenares Astrid Engels heeft ook nog enige jaren op Rijnhuizen gewerkt. Mijn kennis omtrent het fusieproces heb ik neer geschreven in een boekje: Beheerste thermonucleaire reacties. De directeur van de FOM, professor dr. Kees Braams vond het een interessant boekje. Toen Braams in februari 1987, na 28 jaar directeur te zijn geweest van de FOM, afscheid nam had ik een videofilm van de tuin van  kasteel Rijnhuizen, het troetelkindje van Braams, gemaakt. Deze tuin is na de intrek van de FOM in het kasteel in 1959 weer in zijn oude glorie hersteld. De tuin was vooral in ontwikkeling gedurende de periode dat Jules Klees het beheer erover had. Braams, de nestor van het Nederlandse kernfusieonderzoek overleed in 2003.  Braams leuze was : ‘Let us make the sun on earth’. Nog steeds bezoekt ik jaarlijkse de open dag van het FOM Instituut. Helaas gaat het FOM Instituut in 2015 verhuizen naar een locatie op het terrein van de Universiteit van Eindhoven.





1.3 Kunstmaanwaarnemingen

Van - af 1967 heb ik als amateur enige jaren kunstmaanwaarnemingen gedaan voor het Laboratorium voor Ruimteonderzoek in Utrecht. Hierbij moesten tijd en positie van passerende kunstmanen worden bepaald. De waarnemers kregen een verwachte time window van de te verwachten kunstmanen. Gezien de nauwkeurigheid van mijn waarnemingen werd ik op 31 oktober 1968 door Prof. Dr. C. de Jager , hoogleraar en beheerder van het Sterrenkundig Instituut te Utrecht, geplaatst op de COSPAR - lijst van kunstmaanwaarnemers en kreeg de vermelding stationsnummer 4141. De coördinator van het net van amateur-kunstmaan-waarnemers was de heer Lantwaard.

Mijn waarnemingen werden doorgezonden naar het Goddard Space Flight Center (USA), the Astronomical Council of the USSR (USSR), the Radio Research Station (UK), Observotoire Astronimique de Meudon (Fr.) and the Baja Observatory (Hongarije).

Op 5 februari 1969 werd mijn waarnemingspost aangewezen als site nummer 0732 van het Smithsonian Institution, astrophysical observatory te Massachusetts, USA.

Door verhuizing van De Bilt naar Soest was ik genoodzaakt om met de waarnemingen te stoppen.



1.4 zanger

Ik was in de periode rond  1960 helemaal in de ban van Elvis Presley en Cliff Richard. Van vele songs kende ik de tekst en zong luidkeels mee. Later zong ik met een song mee en nam dit op een taperecorder op, het leek dan net alsof ik met de originele muziek zong.

Na enig oefenen nam ik deel aan een songfestival in Oisterwijk, ik zong een song van Elvis en werd op de piano begeleid door mijn buurmeisje, Marijke Putters. Ook deed ik mee aan een groot songfestival in Rutecks  Lunchroom, in Utrecht. Daar bij Rutecks kon je lekker eten het was voor alle leeftijden. Ik werd daar begeleid door het showorkest van niemand minder dan John Kristel, de vader van Sylvia Kristel.



1.5 Russische ruimtevaart

Ik heb jaren lang (foto)materiaal over de Russische ruimtevaart verzameld.

Ik verkreeg dit (moeilijk) te verkrijgen materiaal van de Russische ambassade in Den Haag en Moskou. Vooral de vele duizenden lanceringen van satellieten uit de Kosmos serie, militair en civiel, hadden mijn aandacht. Ook het feit waar ze gelanceerd werden in de cosmodromen in Arghangelsk of Plesetsk verschafte hem al nuttige informatie.



1.6 Artsenbezoeker

Al op jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in medische zaken.

In de jaren 1974 t/m 1978  volgde ik de opleiding tot artsenbezoeker. De studie bestond uit de modules: anatomie, fysiologie, pathologie, farmacologie, farmacotherapie en de organisatie van de gezondheidszorg. Ik behoorde bij de eerste groep die slaagden voor deze nieuwe opleiding.

Het diploma werd uitgereikt door de landelijk van de televisie bekende arts Peter Lents.



1.7 Moermantherapie

Omstreeks 1975 las ik een artikel in de Margriet over de Moermantherapie, dit sprak mij en mijn vrouw wel aan en wij werden patiëntenbegeleider bij de toenmalige Vereniging Amnestie. Ik volgde een korte opleiding en ging mij verder in de Moermantherapie verdiepen. Ik en mijn gezin hebben  twee jaar lang het Moermandieet gevolgd. Ik kon dus uit eigen ervaring de bellende patiënten voorlichten, advies geven en doorverwijzen naar een arts, die de Moermantherapie toepastte. De Moermantherapie is een natuurlijke behandelmethode, die volgens de Vlaardingse huisarts Cornelis Moerman kanker zou kunnen genezen. De Moermantherapie bestaat uit de Moermanvoedingslijn, toediening van vitamines en mineralen in een hoge dosering en het stimuleren van een positieve psychische instelling. Later werd de naam van de patiënten vereniging Amnestie gewijzigd in Moermanvereniging. Daar richtten ik en mijn vrouw de werkgroep Rekreatie op, en organiseerden verschillende jaren begeleide vakanties in bungalows die het toenmalige Vendorado, later Grandorado ons voor een zeer voordelige prijs aanbood. De gasten konden kiezen of alleen een bungalow huren of voor een extra mogelijkheid met halfpension. Veel gasten kozen voor deze extra mogelijkheid en er werd dagelijks gezellig met elkaar het ontbijt en het diner genuttigd. Er is een jaar geweest dat we elf keer een bungalowvakantie naar het bungalowpark Loohorst in Noord Limburg hebben georganiseerd en begeleid. Ook werden diverse mogelijkheden van hotelvakanties aangeboden. Aangezien de Werkgroep Recreatie door het toenmalige bestuur van de vermogende Moermanvereniging gemaand werd om met winst te gaan werken en er in de Telegraaf aandacht werd besteed aan vermeende malversaties binnen het bestuur van de vereniging, richtte ik in oktober 1989  de Stichting Rekreatie en Voeding voor Kankerpatiënten (SRVK) op. In 1990 begon het Koningin Wilhelminafonds thans KWF Kankerbestrijding met haar vakantie voor kankerpatiënten project. Ik benaderde het KWF en we gingen toen samenwerken. De SRVK organiseerde en begeleide de vakanties in Nederland, het KWF nam de buitenlandse vakanties voor haar rekening. De vakanties waren bestemd voor alle kankerpatiënten en hun naasten in Nederland. Na  4 jaar besloot het KWF om het vakantieproject te stoppen omdat het te veel kostte.

De SRVK heeft toen nog twee jaar samen met de Stichting Mens en Samenleving vakanties voor kankerpatiënten georganiseerd maar dit liep niet zoals wenselijk was. De SMS leverde licht dementerende gasten aan en deze combinatie met onze kankerpatiënten was geen goede keuze. Daarom besloot de SRVK om op haar hoogtepunt te stoppen met de vakantieweken. ‘de vakantieweken die wij georganiseerd hebben waren jaren met een gouden randje’. De menselijke, soms diepgaande,  contacten in die jaren hebben ons veel voldoening gegeven en we hebben er wijze lessen van geleerd. Ik voel mij een bevoorrecht mens omdat ik een bijdrage heb mogen leveren aan het welzijn van de vakantiegasten. De meeste voldoening gaf mij het samenstellen van de menu’s, autoritjes met de gasten maken, de kontakten met de kok, het werken in de keuken en het geven van ontspanningsoefeningen. Een slag in het gezicht was voor mij, dat het Koningin Wilhelminafonds de stichting Gaandeweg, die ook meedeed met het vakantieproject en die vakanties voor kinderen organiseerde, een bedrag van HFL.500.000,00 ontving om hun vakanties voor eeuwig te waarborgen. Ik vond dit een zekere vorm van discriminatie, aangezien de oudere gasten die met de SRVK meegingen dan maar een dure ongesubsidieerde vakantie moesten boeken.

De SRVK heeft de naam toen gewijzigd in Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie (LIM).

In 2001 is de LIM website gepresenteerd, die zeer goed bezocht wordt.

In 2011 zal het zo’n 40 jaar geleden zijn dat ik mij ging inzetten voor kankerpatiënten, en ik hoop dit nog vele jaren te mogen doen.



1.8  Fotografie en filmen

Al vanaf mijn veertiende jaar was fotograferen en het zelf afdrukken van foto’s in zwart/wit een grote hobby van mij. Één van mijn eerste fototoestellen was daarom dan ook een boxje, en in de loop van de jaren breide ik mijn collectie uit met de Agfa click, Tamron Zenith, Foto Canon FT ql, 6x6 Roleiflex camera, Canon EOS, en de Nikon DS 70. Met deze fototoestellen vond ik het prachtig om foto’s te maken van de natuur. Hiertoe heb ik tot 1988 altijd thuis op de Theo Dobbenhof, op de Beukenlaan en in Soest de beschikking gehad over een donkere kamer. Maar ook op de boerderij in Weerselo kreeg ik weer de beschikking over een donkere kamer om mijn hobby voort te zetten. Ik volgde een foto cursus, om zodoende de fijne kneepjes onder de knie te krijgen. Toen ik een jaar of 22 was heb ik een foto cursus gedaan. Dit was nog steeds in het zwart/wit tijdstip. Toen de kleuren fotografie op kwam ben ik gestopt met het zelf ontwikkelen en afdrukken van fotomateriaal. In de jaren  tachtig, toen ik in Weerselo woonde en de eerste videocamera’s voor consumenten gebruik verschenen, kreeg Ik van mijn buurman een videocamera, volgens het Video-2000 systeem van Philips, in mijn handen gedrukt. Hij zelf kon er niet mee werken en vroeg of ik toen opnames wilde maken van werkzaamheden door zijn loonbedrijf uitgevoerd. Later kocht ik zelf een videocamera volgens het VHS-systeem. Ik kreeg er aardigheid in, volgde een aantal professionele workshops bij Sony Industrial in Badhoevedorp. Later heb ik bedrijfsmatig tientallen bruiloften in Twente gefilmd. Mijn grootste opdracht was het vervaardigen van een demonstratiefilm over het hakselen van maïs  en het uitrijden van drijfmest voor de firma Veenhuis Machines in Raalte. Ik bezocht als voorbereiding voor de opnames verschillende workshops in het schrijven van een script en het samenstellen van een draaiboek voor de film . De opnames vonden plaats op U-matic tape systeem en het filmpje werd afgemonteerd op Ampex tape, in de montage ruimte van de Universiteit Twente, waarna het weer op een U-matic demonstratieband werd gezet. Dit filmpje werd gedraaid op de jaarlijkse Landbouw-RAI in Amsterdam. Ik verzorgde de totale presentatie en faciliteiten van het 5 minuten durende filmpje. Mede standhouders naast de firma Veenhuis waren niet blij met het filmpje: er keken zoveel mensen naar, dat zij het hele gangpad blokkeerden. Dus werd de presentatie herhaaldelijk stop gezet.

Ik ben jaren lang lid geweest van de International Television Association , de ITVA, en bezocht in Badhoeven dorp vele leerzame presentaties en workshops van bij de ITVA aangesloten Videobedrijven. Zo werd tijdens een workshop van de ITVA de eerste video conferencing met Dieuwetje Blok tot stand gebracht, en moest ik een cursus scenario schrijven. Op een gegeven moment toen ik bekender werd met het vak kreeg ik van vele mensen een verzoek om voor hen te gaan filmen. Hierdoor heb ik op vele verschillende locaties gefilmd zoals: De Flevo-polder, graandorsen. Mestverwerking van het loonbedrijf, stassen mestrecycling en transport in Born {LB}. Voor de groep Middenbetuwe uit Ophuisden een graaf video van een nieuwe beek met bijhorende kunstwerken van een splinternieuwe Demag hydraulische graafmachine. Maar ook het maaien dorsen van granen in de Flevo-polder.

 

 

 Ook bezocht ik de jaarlijkse uitreiking van de Sony Video Awards, waarbij reclame- of instructiefilmpjes werden getoond zoals de instructiefilm “De Deli van AH” en “Water” van de Vereniging van Nederlandse Waterleidingbedrijven. Bij de uitrijking van de Awards waren altijd veel bekende Nederlanders aanwezig. De avond werd altijd geopend met een spectaculaire muzikale opening.

 Fotograferen doe ik nog steeds, dan wel in kleur, maar tegenwoordig laat ik het afdrukken door iemand anders doen.

 

 

1.9  Volkswagen

Ik bezocht jaren lang Volkswagen(Kever-en bus)-Meetings, in Nederland, Engeland en Duitsland. de Meetings in Budel, waar wel 2500 Volkswagen Kevers en bussen kwamen en in Bergharen. In Trier bezocht ik een Volkswagen Bus Treffen, alwaar ca. 1500 Volkswagen Transporters waren. Van een standaard uitvoering tot een volledig in Elvis Presley- uitvoering gepimpt type, inclusief de bezitter.

Zelf heb ik 10 jaar lang een Volkswagen Transporter Type 4 in camperuitvoering gereden. In Engeland bezocht ik twee keer een Volkswagen Kever Meeting.

Met een groep van ca 20 kevers en bussen werd via Zeebrugge met de Ferry naar Felixstowe in Engeland naar de eindbestemming in de buurt van White Church gereden.

Op een paarden- renbaan werd overnacht en de volgende dag werd er als een lange sliert van Kevers door het Engelse landschap naar de eindbestemming gereden.



In 2008  ben ik samen met mijn zoon Jan Paul naar  twee Kever autokerkhoven  bij Töckfors en Lönsboda in Zweden gereden. Hier lagen de restanten van honderden Kever autowrakken, vanaf de vijftiger jaren, verspreid in een bos. Een hele belevenis!

        Op een gegeven moment kochten mijn zoon en ik twintig fabrieksnieuwe Type-4

       Volkswagen motoren, die uit Zwitserland kwamen en die in heel Nederland verkocht en thuisgebracht werden.

In september 2012 ben ik samen met mijn zoon Jan Paul wederom naar Zweden geweest, alwaar wij acht dagen genoten hebben van de rust, stilte, natuur en de leuke haventjes. Op de terugweg namen wij de veerboot van Trelleborg naar Sassnitz in het schiereiland Rüggen, het vroegere Oost Duitsland.

Voor de Tweede Wereldoorlog gaf Hitler de opdracht om voor de arbeiders in Rüggen een hotel (Seebad PRORA)  te bouwen. Dit gebouw werd 4,5 km lang en bevatte 10.000 tweepersoons kamers. Het gehele skelet van het hotel was van gewapend beton. Door de Tweede Wereldoorlog is het er nooit van gekomen om het hotel af te bouwen. Een gedeelte is wel afgebouwd en daar zit nu een jeugdherberg in. Het hotel grenst aan de Oostzee. Het is zeer indrukwekkend om langs het hotel te lopen. De Russen hebben na de oorlog geprobeerd om het hotel op te blazen, maar dat is niet gelukt. Men heeft besloten om de betonnen kolos  gewoon te laten staan.

 

 

1.      10 Publicist

Al van jongst af aan(ca. 17 jaar) hield ik van het schrijven van artikeltjes, bijvoorbeeld: ingezonden stukjes in het Utrechts Nieuwsblad. Ik schreef artikeltjes over het ontstaan van het leven en sciencefiction achtige verhalen.

Later volgde een boekje over beheerste thermonucleaire kernfusiereacties.  

In de zeventiger jaren beschreef ik de werkwijze voor het prepareren, kleuren,  snijden en vervaardigen van microscopische preparaten van  weefsels. Hiertoe stond er thuis een goed geoutilleerd laboratorium ter beschikking.Tot de uitrusting van mijn laboratorium behoorde een microscoop met projectieinrichting, een broedstoof, een microtoom , alle mogelijke kleurstoffen en andere benodigde chemicalien.

Samen met mijn buurjongen, Henk Lam, die voor arts studeerde, deed hij praktische anatomische ontleed oefeningen bij kippen, bovendien oefenden we verschillende snijtechnieken. Henk Lam, thans gastro-enteroloog,  is in 1992 gepromoveerd op het onderwerp ‘Noncardic chest pain’ aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Samen met Henk Lam bezocht ik colleges pathologie aan de Universiteit te Utrecht. Ook heb ik ervaring opgedaan bij het Pathologisch Laboratorium van de Universiteit te Utrecht in het produceren van microscopische preparaten. Vanaf de jaren negentig ben ik toe gaan leggen op het schrijven van artikelen voor verschillende periodieken over de Moermantherapie. In 1992 verscheen de brochure “De Moermantherapie Een wondermiddel?” Met 60 vragen en antwoorden over het hoe en waarom van de Moermantherapie. Deze brochure werd naar alle relevante specialisten, diëtisten en patiënten Informatie Centra van de ruim 100 ziekenhuizen toegezonden. In totaal circa 12.000 exemplaren. In deze brochure kon ik alle vragen en antwoorden kwijt, die ik kreeg als patiëntenbegeleider. De druk van de brochure werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Ministerie van WVC  (Gerard Plessius) en Uitgeverij Thieme & Cie te Nijmegen.

In 1996 verscheen een totaal vernieuwde uitgave van deze brochure : “De Moermantherapie, 50 jaar verder” (60 pag.) met 60 vragen en antwoorden over de zin en onzin van deze therapie. Ik dank Dr. Hans Houtsmuller (internist) (2015†), Walter O Faché (orthomoleculair biochemicus, directeur VIOW) , An Rijk-Marquering (zelfstandig gevestigd diëtist en Johan Eimers (eind redactie) voor hun inbreng.  Bijzonder was een voorwoord geschreven door Dr. G.A. Dijkman, Uroloog Ignatius Ziekenhuis Breda.

Alle uitgaven van de Stichting Rekreatie en Voeding voor Kankerpatiënten  en het Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie werden voor een groot gedeelte gesubsidieerd door het toenmalige Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ( VWS ).

Ik stuurde de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw Erica Terpstra een exemplaar van de geheel herziene uitgave van de brochure :”De Moermantherapie, 50 jaar verder”. Op 10 juni 1997 reageerde zij als volgt;” Ik sluit mij gaarne aan bij de complimenten die u van de zijde van de Nederlandse Kankerbestrijding mocht ontvangen voor de overzichtelijkheid en de gedegen aanpak van deze brochure. Ik zou daaraan willen toevoegen dat ik de informatie evenwichtig vind, vooral ook daar, waar de inmiddels verouderde opvattingen van dr. Moerman in het perspectief van het hedendaags wetenschappelijk onderzoek worden geplaatst, zonder overigens aan waardering af te doen voor wat deze markante pionier op gang heeft gebracht. Voorts waardeer ik het dat in de brochure een apart hoofdstuk is gewijd aan rechten, klachten en vergoedingen. Zeker bij langdurige ziekten als kanker is de weerbaarheid van de patiënt in het geding en verdient deze ondersteund en aangemoedigd te worden. Het is aardig om te zien hoe Moerman’s visie door u op onderdelen is aangepast en thans, na jarenlange verkettering aan het worden is en zo bijdraagt aan niet alleen de behandeling maar ook aan de preventie van kanker”.

Ook de heer Cannon, wetenschappelijk directeur van het World Cancer Research Fund, WCRF, reageerde op de toegezonden brochure: “Ikzelf ben enthousiast over de duidelijke vormgeving en de inhoud van de brochure en met name over de open manier waarop met kritische vragen wordt omgegaan.



Begin augustus 2006, enkele weken voor dat Paul  Fentener van Vlissingen, tot 2005  bestuursvoorzitter van de SHV (Steenkolen Handels Maatschappij) te Utrecht, ondernemer, natuurbeschermer en filantroop, kreeg ik een kaart van zijn African Parks. Daarin bedankte van Vlissingen mij voor de brief en de brochure  ‘De Moermantherapie 50 jaar verder’, die ik hem gezonden had en wenste mij succes met het Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie. Paul Fentener van Vlissingen overleed op 21 augustus 2006  aan pancreas kanker.



Op 11 december 1996 zond de RVU Educatieve Omroep het programma kleur bekennen uit. In dit programma was Martin Simek in gesprek met Dr. A.J. Houtsmuller over de Houtsmullertherapie en Joop Braakhekke deed een kookdemonstratie. Dit is een modernere versie van de Moermantherapie. Kijkers konden na de uitzending een boekje met een korte samenvatting van het programma bestellen. Bij de bestellingen werden ca. 10.000 exemplaren van de LIM- brochure De Moermantherapie, 50 jaar verder meegestuurd.



In 1993 stelde ik een strooifolder samen: “Weet wat je eet in het Moermandieet”. Deze folder werd o.a. gesponsord door een vriend van mij, Wim Winkelmolen, directeur van het Lithografisch bedrijf Pre- Press te Eindhoven. Dit is volgens mij de eerste keer dat de term “Weet wat je eet” is gebruikt.



In 1994 startte ik een project: het schrijven van een kook- informatieboek over de Moermantherapie. Hiertoe zou ik samen met een vijftal diëtisten een groot aantal recepten en tekst schrijven. De voedingsgigant Nutricia zou het project met een bijdrage van: € 14.000,- steunen. Echter omdat de diëtisten niet op één lijn zaten en Nutricia een te zwaar stempel op de inhoud legde, heb ik het project afgeblazen.

In 1996 ging ik wederom aan de slag met het schrijven van een kook- informatieboek volgens de richtlijnen van dr. Moerman. Ik schreef de tekst en stelde de recepten samen. Een plaatselijk bevriende diëtist, An Rijk – Marquering (2022†)  corrigeerde, bekritiseerde en vulde de tekst aan tot een verantwoord geheel. In het boek werd aan de volgende onderwerpen aandacht besteed: voeding en kanker, de Moermantherapie, de voedingswijzer met aanbevolen en niet aanbevolen producten, dagmenu’s, keuren, kopen en bewaren van levensmiddelen, keuken-kennis, maten en gewichten, apparatuur, voorbereidingstechnieken,  bereidingstechnieken, tafel- dekken, garneren en opdienen. Het boek bevat minimaal 280 recepten, variërend van eenvoudig tot feestelijk voor: soepen, vis, schaal- en schelpdieren, vleesvervangers, orgaanvlees, groenten, aardappelen, granen, rijst en pasta’s, sauzen, peulvruchten, zuivel, eieren, fruit, groente- en vruchtensappen, shakes, ontbijt- en lunchgerechten, tussendoortjes en hapjes, brood en gebak.

Ieder hoofdstuk wordt vooraf gegaan door relevante productinformatie, tips en suggesties.

In 1999 werd de uitgave, die in eigen beheer werd uitgegeven gepresenteerd. In vele vakbladen werden recensies over het boek geschreven. Er zijn, zeker door diëtisten, weinig negatieve reacties op gekomen. Van gebruikers zijn vele positieve reacties ontvangen.

Ik heb veel geschreven over voeding en eten. Ik schreef dit met een pen, waaruit een rijk gevoelsleven en een grote ambitie bleek.

Het LIM heeft veel deelgenomen aan patiënteninformatiemarkten. Gezondheidsbeurzen en informatiemarkten tijdens de jaarvergadering van de toenmalige Vereniging Van Oncologie Verpleegkundigen (VVOV), tegenwoordig Verpleegkundigen en Verzorgenden en Vragenden Nederland (V&VN).

 

1.11  Ontwikkelen nieuw landgoed

 

Van 1997  t/m 1999 ben ik bezig geweest met  het onderzoeken van de mogelijkheid om in de provincie Drenthe een nieuw landgoed te stichten. Voor het ontwikkelen van een nieuw landgoed stelt het ministerie van LNV een aantal voorwaarden: er moet sprake zijn van ten minste 10 ha. eigen grond. Dertig procent moet uit bos of natuur bestaan, of ontwikkeld worden tot natuur. Er moet een versterking van de Ecologische Hoofd Struktuur (EHS) plaats vinden en er moet een imposant huis op worden gerealiseerd van ten minste 1200m3 met verschillende bijgebouwen. Per provincie kunnen deze voorwaarden verschillen. Zijn ideaal was om zodoende een bijdrage te leveren aan het tot stand komen van de Ecologische Hoofd Structuur.

Echter door familiaire omstandigheden moest ik dit project afblazen.

In die jaren kwam ik als lid van de Vereniging van Particulier Grondbezit op diverse bijeenkomsten  de toenmalige voorzitter: de heer mr.  baron Otto van Verschuer, landgoed Mariënwaerdt in Beesd, de heer prof. mr.  Pieter van Vollenhove, voorzitter van het Nationaal Groenfonds tegen. Ik nam aan diverse excursies georganiseerd door het Nationaal Groenfonds deel, mevrouw Ali Edelenbosch, gedeputeerde van de provincie Drenthe, de heer Menno Lumkes, beleidsmedewerker bij de provincie Drenthe en medewerkers van verschillende ingenieurs buro’s: de Grondmij, Arcadis, Oranjewoud en Eelerwoude.

Ik was ook aanwezig bij de opening van landgoed Heidehof in Eext in Drenthe, door prof. mr. P. van Vollenhoven. Dolf van der Weij en Annetje Braat waren daar de eigenaar van. Zij kochten het landgoed, bouwden er een Eco-huis en ontwikkelden  daar 115 hectare nieuwe natuur.

 

 

1.12  Kunst schilder

 

In 2000 bracht ik vele malen een bezoek aan de galerie  van de kunstschilder Ton S. in Ootmarsum. Gefascineerd door “Het licht” in de schilderijen besloot ik om ook in de stijl van S. te gaan schilderen. Zo schafte ik verf, een ezel, doeken en kwasten aan.  Zonder enige kunstzinnige ervaring ging ik als autodidact aan de slag en schilderde binnen korte tijd een groot aantal doeken. Bij een behandelend arts van mij hing in zijn behandelkamer een poster van Ton.S.  Hierop zei Ik: ''Ik schilder ook in de stijl van S.'' En nam bij het volgende bezoek een aantal doeken mee. De arts was zeer verbaasd over mijn prestaties en zei “Man je moet gaan exposeren”.  Aldus werd besloten om een Open Tuin- en Atelier weekend te gaan houden. De eventuele opbrengst van de schilderijen zou volledig ten goede komen aan het Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie, alwaar ik voorzitter van was. Er werd naar alle daarvoor in aanmerking komende bladen en media een persbericht gestuurd. Ook het blad Seasons besteedde er aandacht aan en plaatste er een foto bij. S. die op Seasons geabonneerd was, zag de foto en vond dat het schilderij te veel op een werk  van hem leek en schakelde direct een advocaat in. Op 20 juli 2003 werd mij een intimiderende brief van de advocaat van S. aangeboden. Deze eiste alle gemaakte schilderijen van mij op. Ik was genoodzaakt om een advocaat in handen te nemen en binnen een week moest ik een onthoudingsverklaring tekenen, om verdere aktie van S. te voorkomen. Hierbij werd ik hoofdrolspeler in een  jaren lang slepende Twentse plagiaatrel. Door een publicatie op de voorpagina in de krant TC Tubantia  21 juli 2003  omtrent het vermeende plagiaat hierdoor stond Twente op zijn kop en besloten ze om aan mijn kant van het verhaal te staan. Dit was het begin van een groot aantal ingezonden brieven in TC Tubantia en vele redactionele artikelen (totaal wel zo’n 30 stuks). Het maniakale koningsgevoel van S. maakte in geheel Twente geen enkele indruk, sterker nog, het grootste gedeelte van de Tukkers kozen om aan mijn kant van het verhaal te staan. Niet alleen in Twente maakte de zaak furore, ook Prof. Dr. Bob Smalhout, anaesthesioloog, auteur en columnist uit Bosch en Duin reageerde verbaasd. Vanuit Frankrijk werd ik gebeld door de in Almelo geboren en in Frankrijk wonende kunstschilder Herman Krikhaar (overleden in 2010).

Ook Willie Oosterhuis van RTV Oost dook in de zaak en bezocht S, deze zegde toe dat hij mij zou ontvangen en met hem zou praten. Ik ben toen bij S. geweest, maar S. heeft geen woord gezegd. Ik had van tevoren enkele punten opgeschreven, één daarvan was een uitspraak van een vriend van mij, deze zei “Jan je kan nu beter in het hiernamaals zijn, want daar kan je vrijelijk en zonder enige invloed of angst voor  S. gaan schilderen”. S. reageerde helemaal nergens op hij was bejaard en kon zich alles niet goed meer herinneren.  Ik heb nog vele jaren het gevoel gehad dat als ik aan het schilderen was, S. over mijn schouder meekeek en zou zeggen, dat is een boom of huisje van mijn stijl. Gelukkig is de geest van S. uit het huis en de gedachten van mij verdwenen en heb ik mijn eigen weg gevonden in de stijl van het consensisme. Ik schilder de laatste jaren kleurrijke romantische landschappen, vaak met droomkleuren. “Het mooiste is als je anderen van de liefde, die je in een schilderij legt kan laten genieten”.

De bekende letselschade specialist Yme Drost uit Hengelo heeft getracht met een poging via mediation met S. tot een vergelijk te komen, echter S. wilde niet meewerken.

In een door mij aangespannen rechtszaak tegen S. zei de rechter; “de advocaat van S. heeft niet netjes gehandeld”. Wel zei de rechter dat S. zijn schilder stijl niet kon claimen, deze was vrij.



In het najaar van 2006 werd ik benaderd door het kunstenaars duo Pier van Dijk en Rob von Piekartz, samen opererend als meester de Laat. Zij stelden voor om een snelcursus “S. schilderen” te organiseren, met mij als gastdocent. Ik was direct enthousiast. De actie was bedoeld om mij een hart onder de riem te steken. Aan de cursus namen zo’n 32 deelnemers deel, meer konden er in het atelier/Galerie Deel 3 van Bianca Kleinenberg in Borne niet in. De 25 deelnemers die op de wachtlijst stonden hebben enige tijd later een workshop bij mij thuis gevolgd hierbij was destijds ook een draaiorgel aanwezig die vrolijke muziek afspeelde. In 2007 heeft het duo de Laat een expositie in  galerie Deel 3  in Borne georganiseerd voor kunstenaars die in de trant van S. schilderden. De expositie werd op een vrijdagavond geopend, er kwamen zo’n 200 geïnteresseerden. Onder de vrolijke klanken van een draaiorgel en een drankje amuseerden de aanwezigen zich opperbest. In een praatje dat ik hield betreurde ik het dat S. niet op de uitnodiging was ingegaan en niet aanwezig was. Ik bedankte iedereen, die hem in al die jaren hebben gesteund, door middel van een ingezonden brief, een telefoontje (velen) of een kaartje! Ook de toenmalige burgemeester van de Gemeente Hellendoorn, de heer ir. Hans van Overbeeke belde mij direct op, na het terug gekomen te zijn van zijn vakantie, vol verbazing over de actie van S.

De warme belangstelling van de burgemeester toen, en later deden mij goed. In 2006 besteedde RTV Oost in het programma Dorpsstraat uitgebreid aandacht aan de plagiaatkwestie en de expositie in Borne.



In oktober 2007 Ontving ik uit handen van de burgemeester de heer van Overbeeke, de Cultuur aanmoedigingsprijs ABN Amro Bank.



In 2007 schreef ik S. een open brief, waarin ik schreef dat hij in S. teleur gesteld was als mens. Ik vergaf S. voor wat hij hem en zijn naasten door hem was aangedaan. Ik koos voor vergeven en niet voor wraak, vergeven doe je voor jezelf. Ik vond het heilzaam om vergiffenis te schenken aan een “dader” zonder schuldbesef. Hetgeen S. mij aangedaan heeft is een vlek in mij geest die nooit meer weg gaat. S. koos echter wel voor wraak en zette zijn meest dodelijke wapen in: niets van je laten horen en je slachtoffer te laten lijden in afwachting en onzekerheid. Helaas kwam het niet tot een ultieme verzoenings daad van S., waarop ik had gehoopt.

Ik stopt na elf jaar met het schilderen in de stijl van het consensisme. Ik wilde iets anders gaan schilderen, omdat ik met het consensisme geen reflectie meer had met de buitenwereld. Het consensisme is in de afgelopen jaren wel volledig uigemolken. De mensen zijn de vele kopiën nu wel eens zat. Het is tijd voor iets nieuws.

Ik sluit hiermee het boek van S. af en gooi de deur voor hem met een harde klap dicht.

 

 

 

 

2       Publicaties

-        Boekje: Beheerste Thermonucleaire Reacties. (23 pag. 1963)

-        Folder: Weet wat je eet in het Moermandieet (1993)

-        Brochure De Moermantherapie. Een wondermiddel? (48 pag. 1992  60.000 ex.)

-        Horeca brochure. Met adressen van Hotels en Restaurants in Nederland, alwaar met het Moermandieet serveerde. (1992)

-        Brochure. De Moermantherapie. Vijftig jaar verder (60 pag. 1996  80.000 ex)

-        Kook- Informatieboek. Koken Contra Kanker. Dit in samenwerking met de diëtiste An Rijk-Marquering.  (250 pag. 1999)

-        Tekst voor de LIM website.

-        Nieuwsbrief voor het Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie.

 

3        Exposities

-        Open Atelierdagen De Wilhelminaborgh in Nijverdal 2005, 2006, 2007 en 2008

-        Expositie het Consensisme Galerie Deel 3 Borne 2006

-        Expositie Huis van Cultuur te Nijverdal 2007

-        Eigen Oogst Nijverdal 2007,2008 en 2009

-        Kunst in de etalage in Oldenzaal 2009

-        Optiekzaak Braakman in Hellendoorn 2009

-        Galerie Drokje in Wierden 2010

-        De Levenstuinen van Groot Hontschoten in Teuge 2011

 

4       Externe links

 

-        www.moerman-info.nl

-        www.sron.nl  Laboratorium voor Ruimte onderzoek {tel.     0887775600}

-        www.rijnhuizen.nl   FOM Instituut voor plasmafysica {Nieuwegein} {tel +31 {0} 40 333 49 99}

-        www.iter-nl.nl  {Tel 0403334999 } Differ is Nederlandse de  tak in het fusie onderzoek.  

-       https://www.wkof.nl/   WereldKankerOnderzoekfonds { Tel 020 344 9595}

-        www.levenstuinen.nl { Tel 055-3231001 }

-        www.fache-instituut.be

-        www.arcadis.nl  { Tel 08831884261 }

-        www.oranjewoud.nl { +31 {0}513 63 33 53}

-        https://www.sweco.nl/actueel/nieuws/grontmij-heeft-een-  nieuwe-naam-sweco/  {tel +31 88 811 66 00}

-        www.eelerwoude.nl {088 1471100}

-        www.kasteeldehaar.nl {030 6778515}

-        https://www.grondbezit.nl/voorpagina-fpg.html {tel       0318578550}

-            https://www.nationaalgroenfonds.nl/ {Tel 0882539255 }

-           

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 5   Bijlage



Open brief aan Dhr. en Mevr. Schulten te Ootmarsum

Van Jan Schiermeier te Nijverdal 2003

 

Geachte heer en mevrouw Schulten,

Aan het begin van het nieuwe jaar wil ik echt een nieuw begin maken! Het is inmiddels zo'n 3 en een half jaar geleden dat u mij beschuldigde van plagiaat en mij 'dwong' een onthoudingsverklaring te tekenen, waarin u mij o.a. monddood maakte. In het TV programma Forum van RTV Oost beweert u dat u mij niet monddood gemaakt heeft, maar u weet beter! Er is in deze periode veel geprotesteerd tegen uw handelwijze. Daarom wil ik nu een paar woorden zeggen over u, die verantwoordelijk bent voor mijn huidige toestand en die van mijn naasten. U heeft in de ogen van anderen die hun onbarmhartige kritieken hebben verwoord in de ingezonden brieven van Dagblad TC Tubantia laten zien dat uw wijze van aanmatiging in hun ogen geen grenzen kent. U heeft naar mijn mening en de mening van anderen, laten zien dat u geen respect heeft voor het menselijke welzijn, voor de vrijheid van meningsuiting en de uiting van kunst. U heeft laten zien dat u uw positie als kunstschilder niet waard bent. U dacht dat het u zou lukken om een mens tot zwijgen te brengen, maar het geluid van het protest uit heel Twente en daar buiten zal u voor de rest van uw leven in de oren blijven klinken. 

    Ik ben niet de enige kunstschilder die u een onthoudingsverklaring liet tekenen. Een jaar eerder deed u dit een andere kunstschilder aan. Ook hij en zijn gezin ondervinden daar na bijna 5 jaar nog hinder van {geestelijk en lichamelijk}. Is dit nu menselijk? Praten als mannen onder elkaar had vast een inspirerende uitstraling richting het consensisme kunnen zijn. Want een nieuwe stroming kan alleen een stroming worden als velen het met elkaar delen. Waarin wilde u niet met mij in gesprek en waarom wees u mediation van de hand?


Mijnheer en mevrouw Schulten, u zult begrijpen dat ik teleurgesteld ben in u als mens en nog steeds boos ben over uw handelwijze. Ik ben verantwoordelijk voor de door mij geschilderde schilderijen, maar voel me niet schuldig door deze daad.



     Ik moet proberen om de pijn en het onrecht van de last die ik meedraag los te laten. In de afgelopen jaren heb ik geprobeerd om van deze negatieve gevoelens af te komen, maar dat is mij niet gelukt. Verschillende personen hebben zich, zelf aangeboden of door mij gevraagd, ingespannen om tot een vergelijk met u te komen. Ik noem hier enkele; Willie Oosterhuis met de Kleine Camera RTV Oost, Yme Drost als mediator, Meester de Laat { Pier van Dijk en Rob van Piekartz}, Bianca Kleinberg van Atelier deel 3, Inge Tjapkes met Dorpsstraat 9.

    U gaf echter geen krimp; van een verzoening wilde u niets weten! De steun die ik kreeg van bekende en onbekende mede mensen heeft er toe bijgedragen dat ik in de mens kan blijven geloven en dat gaf me mede de kracht om u te schrijven. Dus ben ik de enige die er wat aan veranderen kan, want de kwestie kost mij te veel levensenergie en beperkt mij in mijn geestelijke en kunstzinnige ontwikkeling. 

Daarom ga ik u vergeven voor wat u mij en mijn naasten heeft aangedaan. Vergeven is niet verzoenen en zeker niet vergeten, laat dat duidelijk zijn! Vergeven doe je uit liefde, en uit naastenliefde.



    vergeven kan je natuurlijk niet zomaar: Eerst moet je je ziel leeg maken. Het valt niet mee om in de kern van je ziel te komen; je moet eerst door vele deuren en als je er bent hebt je een gesprek met God, je vraagt hem of hij je wil helpen om te kunnen vergeven en of hij zijn licht wil laten schijnen op een donker innerlijk deel van je ziel.

Mijnheer en mevrouw Schulten, ik vergeef u onvoorwaardelijk, want u ben immers ook een medemens gelijk aan mij, voor wat ik u mij en mijn naasten heeft aangedaan. Ik hoop dat u een betere kijk krijgt op het met elkaar omgaan, van mensen en het leven en de bedoeling van het leven. Soms doet een mens wel iets waar hij later spijt van krijgt. Dat kan ons allemaal overkomen. Dat is menselijk.

In de TV uitzending De Wandeling, waarin u overkomt als een liefdevol mens zegt u:' ik heb een boodschap, ik probeer vrede, de rust in mensen te brengen, blijheid, ik heb een taak. We moeten zuinig zijn op liefde en naastenliefde, elkaar helpen als we dat kunnen, want we hebben rekenschap te geven van het gene wat we doen, als we boven komen. Wat ben ik blij dat we door dezelfde deur moeten en voor dezelfde God komen te staan''.
U vertelde dat u na een aantal jaren naar Tenerife terug ging om de veroorzaker van het ongeluk, waarbij uw beste vriend, Ben Grieping, om het leven kwam, te vergeven. Ben ik dan minder dan deze man? Het komt wel zo over en dat past niet bij uw mooie verhaal van 'Ik heb een boodschap enz'.

Na de duistere periode die ik heb meegemaakt, komt nu het licht. Het is de kracht waar we allemaal uit putten en die onherroepelijk tot het leven leidt. Maar je weet tenslotte pas wat licht is als je het donker kent.

Ik ga nu een schilderij voor mijn vrouw schilderen met veel donkere delen en het opkomende {nieuwe} zonlicht. Na elke nacht komt er weer een dag. Het is niet goed om in de zaak te berusten, het is juist een uitdaging om het leven weer op te pakken en het consensime te gaan schilderen, zodat het kan gaan stromen.

Ik wens u vrede en alle goeds.
Jan Schiermeier





 

Boeren bruiloft in Twente

 

  In Twente vind op het platteland vind vaak een Boeren bruiloft plaats. Wat is een boeren bruiloft? De buren hebben vaak een bus besteld. Met deze bus rijden ze naar het dorp, en kopen ze daar hoedjes. Daarna gaan ze naar het huis van de bruid. Al waar zij kippen gaan zoeken. De kippen kunnen verstopts zijn; in een schuur of waar dan ook. Onderhand word door die nieuwsgierige Noabers het huis geïnspecteerd of daar iets te eten valt. Als zij de buit binnen hadden, dan stapten ze weer in de bus, en begonnen ze aan de sterke drank en reden ze zingend naar het eerst volgende café. Onderweg vond de trouwdienst in de kerk plaats. De bus die reed naar de feestzaal. Daar waren de bruiloftsgasten gearriveerd. De Noabers gingen met een kist vol kippen naar de zaal. Het was de bedoeling dat de bruiloftsgasten de kippen afpakte. Hierdoor zijn soms de grootste ruzies door ontstaan. De Noabers lieten de kippen aan de bruidegom, en bruid zien. De Noabers gingen met de kist kippen naar een geheime plek. Zo waren er sommige mensen die de kippen in een elektriciteit huisje verstopte, maar dan per ongeluk de sleutels kwijt raakten. De Noabers gingen terug naar de bruiloftszaal. Het was inmiddels een uur of 2 geworden. Dat de eerste gasten zich op de dansvloer begaven. Uiteraard werd er vol op drank geschonken. Het was in Twente niet de gewoonte dat je ieder keer aan de ober moet vragen, wat je wilde drinken. Het is de gewoonte dat de broers, en zusters een voordrachtje deden. Om een uur 5 werd er een vorstelijk dineer geserveerd. Om half 8 kwamen de eerste bruiloftsgasten binnen. En om 8 uur begon de band te spelen. Meestal rond 12 uur was het einde van de bruiloft. Er werd dan een broodje genuttigd, en koffie geschonken. Inmiddels hebben de Noabers de kippen weer tevoorschijn gehaald, en die moesten ze tonen aan het bruidspaar. De bruid, en bruidegom Noabers, en familie, en vrienden. Lieten de kippen zien, en de bruidspaar gingen toen naar hun huis. Meestal haalden de Noabers wel een grap uit; door de beneden verdieping vol te spuiten tempex bolletjes, of het vol zetten van de beneden verdieping, met bekertjes gevuld met water, of ze gooide de sleutel van het alarm de diepvries in, of ze hadden een bouwlamp geplaatst die niet uit kon.

 

 

           Van burger naar soldaat

In Augustus 1965 begon ik aan mijn training bij de Koninklijke luchtmacht in Schaarsberg. Dit verliep moeiteloos  en op 1 december 1965 kon ik beginnen als beroeps militair. Ik verdiende rond die tijd twee keer zoveel als dat ik in een burgerfunctie zou hebben gehad. Ik had met mijn dienstkameraden op de kadeschool veel schik. Want als je thuis kwam van een weekend verlof, moest er niet raar van gaan opkijken dat je bed in de goot lag. Of dat er iemand helemaal ingesmeerd was met schoensmeer. Om de zoveel weken moesten we wacht draaien op de vliegbasis Volkel als er alarm was. Op een maandag om half 7 was er op Volkel alarm en moesten wij met de bus naar Volkel. Er was op die dag een zeer dichte mist, en wij deden er erg lang over om er te komen. Op Volkel moesten wij wacht lopen bij de atoombommen samen met Amerikanen. Op de terugreis zagen wij dat een collega geen schoenen aanhad, maar zijn pantoffels! Waarin hij de hele dag heeft gelopen. Echter niemand had dit de hele dag gezien.


Na de kadeschool ben ik naar de Bilt geweest voor de meteorologische opleiding die je daar moest volgen.
En ook deze opleiding verliep zonder problemen. De opleiding vond plaats in de ‘’villa’’ welke gevestigd was in de Bilt. Na de opleiding werd ik geplaatst op Soesterberg, Eindhoven, en Twente. In Eindhoven vond de leiding plaats door Majoor Piet Miljoen die met zijn 13 kinderen in een Amerikaanse slee reed. Ik heb op Eindhoven een Zundap brommer gekocht. Waarmee ik na een nachtdienst naar Bilt reed.
Ik moest verschillende keren invallen in Valkenburg, Arnhem en Hopsten. Tijdens een weekendverlof werd ik per ongeluk in Utrecht van achteren aangereden, en moest ik toen in Eindhoven in de ziekenboeg gaan liggen. Waarbij je doordeweeks in het ziekenhuis moest liggen, maar in het weekend moest je naar huis. Gekker was het niet.     


De volkswagen beurs
Toen we op een volkswagen beurs in de jaarbeurs te Utrecht stonden zochten we een slaapplaats met de bus om Volkswagen motoren te verkopen. Ons oog viel op de camping de Berenkuil in Utrecht. Er stonden veel Turken met grote tassen die s’ ochtends vroeg al buiten stonden te bellen met hun mobieltjes. In die tijd had nog bijna niemand een mobieltje, maar zij wel. Het leek daar wel een nest criminelen. ‘s Avonds wandelden we over de Biltstraat de stad in. Dit was erg gezellig. En overdag op de beurs maakten we een mooie winst op de verkochte Volkswagen motoren.


Wat is de ziekte van Parkinson?

 Parkinson is een ziekte, waarbij zenuwcellen inde midden- hersenen langzaam afsterven. Deze zenuwcellen produceren de stof dopamine die zorgt dat het lichaam de goede ‘bevelen’ krijgt om de opdrachten van de hersenen uit te voeren. De ziekte is progressief, dus de symptomen worden gaande weg ernstiger. Genezing is nog {nog} niet mogelijk, maar wel zijn er medicijnen en behandelingen om de symptomen te bestrijden, waardoor de kwaliteit van het leven van de Parkinson- patiënt verbetert. Op dit moment hebben ongeveer 50.000 mensen in Nederland Parkinson. De verwachting is dat dit aantal over 25 jaar is verdubbeld. Parkinson is een chronische, maar geen dodelijke ziekte. In principe kun je er net zo oud mee worden als ieder ander. Wel wordt het leven voor mensen met Parkinson langzaam  steeds onaangenamer. Parkinson veroorzaakt vaak een maskergelaat, waardoor emoties moeilijk van het gezicht af te lezen zijn. Besef dat iemand wel degelijk emoties heeft. Ondanks diverse onderzoeken is een duidelijke oorzaak voor de ziekte nog niet gevonden. Young Onset Parkinson zijn mensen die voor hun vijftigste de diagnose Parkinson hebben gekregen. Zij blijven altijd mensen met Young Onset Parkinson, ook als ze tachtig zijn. Deze Yoppers lopen tegen andere problemen aan dan oudere patiënten.

De meest voorkomende symptomen van Parkinson:

·     Trillen {tremor} van de handen, benen, kin of tong.

·     Trager worden van bewegingen {bradykinesie}, moeite met starten van bewegingen {akinesie} en ontbreken van automatische bewegingen {hypokinesie}.

·     Stijfheid van de spieren {rigiditeit}

·     Houding- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.

·     ‘bevriezen’ van de benen tijdens lopen {freezing}, waardoor het lijkt alsof de voeten aan de vloer blijven plakken.

·     Vermoeidheid

·     Schuifelend lopen

·     Arm of been niet meer kunnen bewegen

·     Moeite met evenwicht houden en coördinatie

·     Moeite met praten {zachter en monotoon}

·     Moeite met schrijven {verkrampt}

·     Vlakke gelaatsuitdrukking {‘’masker’’}

Andere symptomen die regelmatig voorkomen bij Parkinson:

·     Blaas en darm problemen 

·     Obstipatie

·     Vallen en duizeligheid

·     Oogproblemen

·     Pijn in ledematen

·     Depressiviteit

·     Emotionele instabiliteit

·     Geheugenstoornissen

·     Lage bloeddruk

·     Cognitieve achteruitgang

·     Hallucinaties

·     Dementie

·     Rusteloze benen

·     Huidproblemen

·     Overmatig zweten

·     Spraak –en communicatieproblemen

·     Moeite met slikken

·     Verandering van seksuele behoeften

·     Verminderde reuk

Deze symptomen treden niet bij alle patiënten op. Daarnaast verschilt de ernst van de klachten en het verloop van de ziekte tot patiënt. Dit geldt zeker voor patiënten met aandoeningen die lijken op de ziekte van Parkinson, de zogeheten atypische Parkinsonismen.

 

In het jaar 2000 bracht ik een bezoek aan onze huisarts. Ik was toen 57 jaar en ik had de laatste jaren Parkinson achtige klachten en men vond dat ik er vreemd uit zag, ik had een soort masker voor mijn hoofd.

De huisarts liet mij een paar testen doen, ik moest onder andere mijn vingers zo ver mogelijk naar voren steken.

Mijn vingers beefden niet, dus ik had volgens de huisarts geen Parkinson. Na dit bezoek sukkelde ik zo’n 2 jaar door.

Wederom in 2002 naar de huisarts, deze dacht nog steeds dat ik de ziekte van Parkinson niet had. Hij stuurde mij door naar de neuroloog om Parkinson uit te sluiten. De neuroloog deed een grondig onderzoek wat bestond uit een scan en een toediening van medicatie.

Mijn vrouw en ik hoorden de uitslag gelaten aan.

Het volgende jaar werd ik onderzocht of de toegediende hoeveelheid medicijnen voldoende waren of dat er nog meer medicatie toegediend moest worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(©) juni2022Janschiermeier